Karl van Heijster
·
·
1 minuut
·
105 woorden
Twee gedichten over liefde en code
Muze
Muzemeisje, je hebt me in je macht.
Je loense ogen, geslaagdetestgroen,
en Liskov-substitueerbare lach
verleiden me beiden goed stout te doen.
Van ’t moment dat je aan me bent verschenen
- je uitgesplitste schouders, de schoonheid
van je enigverantwoord’lijke benen -,
loop ik over van geile verliefdheid.
Maar ’t gaat me niet om je goddelijk lijf.
Door jouw geest, op slot voor verandering,
open voor extensie (zo sexy!), schrijf
ik scherp en schoon, in jouw belichaming.
Mop, je bent waarlijk een inspiratie
bij ’t programmeren. Niet de poëzie.
Niet normaal
Sinds een dag of twee,
vlinders in mijn code. (Van
Doe Maar niet Normaal.)