Al doende deuren openen

In het kader van mijn persoonlijke ontwikkeling volg ik een cursus coachend begeleiden op Hogeschool Windesheim in Zwolle. Eén van de opdrachten die bij die cursus hoort, is een reflectie schrijven over de voorgeschreven literatuur, “bijvoorbeeld in een blog.” Bij dezen.

Eerder schreef ik over de metafoor van open en gesloten deuren, zoals uiteengezet in Coachen met een leeg hoofd van Nicolette Kat. In het kort komt die op het volgende neer: sommige mensen zijn denkers, of juist voelers, of juist doeners of willers. Je zou kunnen zeggen: hun denk-, voel-, doe- of behoeftedeur staat open.

Andersom geldt ook: sommige denkers kunnen niet goed bij hun gevoel, of sommige doeners weten niet goed wat ze nu eigenlijk willen. (En natuurlijk zijn hier allerhande andere combinaties mogelijk.) Je zou kunnen zeggen: hun denk-, voel-, doe- of behoeftedeur blijft in dat geval juist gesloten.

Deuren openen

Eén van de doelen die je als coach hebt, is erachter komen welke deuren van je coachee openstaan en welke nog gesloten zijn. Open deuren zijn vertrouwd. Doorvragen op een deur die openstaat levert waarschijnlijk niet veel nieuwe inzichten op.

Achter de gesloten deur(en) ligt een nieuw perspectief op hetgeen waar je coachee mee worstelt of wat hij of zij wil verbeteren. Als je die weet te openen, komt het onderwerp van gesprek ineens in een heel nieuw licht te staan. Wat voorheen een onoplosbaar probleem leek, blijkt vanuit een andere hoek ineens concreet, aan te pakken.

De metafoor is goed gekozen. Wie een deur opent, schijnt vanuit een nieuwe invalshoek een licht op het probleem. Wie een deur opent, heeft een nieuw pad gevonden om te bewandelen.

Op slot

Tegelijkertijd geldt ook: je kunt niet zonder pardon zomaar aan gesloten deuren gaan zitten rammelen. Soms zit een deur dicht omdat ‘ie nu eenmaal dicht zit. Maar andere keren zit een deur zelfs op slot - bewust of onbewust, met goede reden of een vermeend goede reden.

Wat ik bedoel te zeggen is: soms wil een coachee niet dat je een bepaalde deur opent. Omdat dat ongemakkelijk is, of omdat diegene bang is voor wat zich daar achter bevindt. Wie al te voortvarend aan het slot gaat zitten morrelen, loopt het risico de coachee als geheel op slot te gooien.

Er moet een vertrouwensband zijn, vóórdat je aan de slag kunt gaan met gesloten deuren. Ook dat is iets wat je in een coachingsgesprek doet: een band opbouwen. Hoe stevig die band moet zijn, is afhankelijk van hoe sterk de deur op slot zit.

Niet alleen praten

Maar coachen is niet alleen praten. Coachingsgesprekken zijn ingebed in een context van (professionele of persoonlijke) situaties en handelingen. Een coachingsgesprek eindigt dan ook nooit wanneer coach en coachee ophouden te praten. Dat wat besproken is, blijft - hopelijk! - in het hoofd van de coachee rondzingen. Zo vindt het zijn uitwerking in een nieuw perspectief op de situaties waarin de coachee terechtkomt, en misschien zelfs wel in nieuwe handelingen.

Een voorbeeld. Een coachee begrijpt in de loop van een gesprek dat ‘ie zus of zo handelt vanwege een onbepaalde angst. De volgende keer als die angst opspeelt, herkent ‘ie hem. Misschien vindt diegene op dat moment de woorden om die onbepaalde angst terug te brengen tot iets concreets. Misschien besluit ‘ie op dat moment: hier moet ik doorheen - en doorbreekt het oude patroon.

In het ideale geval gaat het coachingsgesprek gewoon verder in het hoofd en het gedrag van de coachee, ook wanneer je als coach niet meer fysiek aanwezig bent.

Opdrachten

Een gemotiveerde coachee die van aanpakken houdt, heeft aan een half woord genoeg. Die gaat na een coachingsgesprek zelf aan de slag met hetgeen jullie besproken hebben - met een beetje geluk met een nieuw perspectief, een open deur die hem naar een nieuw pad heeft geleid.

Maar je hoeft als coach niet te alleen hopen dat dit gebeurt, er bestaat een manier om de coachee een handje te helpen. Dat doe je door middel van opdrachten. Je kunt een coachee vragen: houd eens in een schriftje bij wat je voelt in die en die situatie. Of: schrijf een verhaal (of een gedicht, of maak een tekening, een schilderij etc.) waarin je verwerkt wat je graag zou willen op dit en dat gebied. Of: begin elke dag ten minste één gesprekje met je collega. Je begrijpt: zo’n opdracht sluit aan bij een bepaalde deur - het liefst een gesloten deur.

Opdrachten zijn manieren voor de coachee om zelf en op zijn of haar eigen tempo te gaan lopen morrelen aan gesloten deuren. Hoewel je als coachee enigszins kunt sturen in de soort opdrachten die je aanbiedt, is het belangrijk dat de coachee zelf de opdrachten uitkiest, en de lat op een niveau legt dat uitdagend is maar niet te hoog.

Praten of doen

De coachee heeft zelf een leidende rol in het uitvoeren van de opdrachten - hij of zij doet het immers voor zichzelf, en niet om jou te plezieren. Het voordeel daarvan is dat de opdrachtgever en -nemer één en dezelfde persoon zijn. Er is daarom in zekere zin al sprake van een iets wat je een vertrouwensband zou kunnen noemen.1 De coachee wordt gestimuleerd een deur te openen - door zichzelf.

Dat is uiteindelijk waar het in coaching om gaat: dat de coachee zelf - maar niet zonder ondersteuning! - zijn of haar doelen bereikt.

Praten is een manier om deuren te openen - als er voldoende vertrouwen is tussen de gesprekspartner. Praten leidt in het ideale geval vanzelf tot nieuwe handelingen. Maar je hebt praten, en je hebt doen. Ook opdrachten zijn een middel om deuren te openen - en de nieuwe handelingen bevorderen. Het bewerkstellingen van nieuw gedrag zit als het ware ingebakken in de opdracht. En de persoon die de coachee daar doorheen helpt, is zijn beste vertrouwenspersoon: zichzelf.


  1. Nu is het te kort door de bocht om te zeggen dat iedereen een goede vertrouwensband met zichzelf heeft. Er zijn genoeg mensen die zichzelf niet vertrouwen - en niet altijd onterecht! Maar het is aannemelijk om te stellen dat een coachee die opdrachten zelf uitkiest en op zijn eigen tempo uitvoert, dat in goed vertrouwen doet. ↩︎

coaching · motivatie · vertrouwen