Softwareontwikkeling is een popcultuur (maar hoeft dat niet te zijn)
Einar Høst maakt een interessante observatie in het onderstaande praatje over Agile en architectuur. Het Agile manifest belooft betere manieren van softwareontwikkeling mogelijk te maken door de nadruk te leggen op “individuals and interactions” boven “processes and tools”. Maar wat is Agile ontwikkeling verworden, ruim twintig jaar na het schrijven van dat manifest?
Oftewel: een process en een tool.
Het is symptomatisch voor de implementatie van nieuwe ideeën in de wereld voor softwareontwikkeling. Een oppervlakkige inspectie wekt de indruk dat het vakgebied constant in beweging is. Maar wie zorgvuldiger kijkt, ziet dat er een nieuw sausje over bestaande praktijken wordt gegoten. Een cynicus zou concluderen: Agile heeft waterval een nieuw gezicht gegeven – meer niet.
Popcultuur
Høst merkt op: de softwareontwikkelcultuur is een popcultuur, gedomineerd door vluchtige trends maar zonder solide basis. Het is die cultuur die ervoor zorgt dat het complete vakgebied overstapt op het nieuwe ding dat een eind maakt aan al onze problemen… om twee jaar later te concluderen dat dat nieuwe ding toch geen eind maakte aan al onze problemen. Waarna men zich richt op het volgende ding dat een eind maakt aan al onze problemen.
Natuurlijk is de veronderstelling dat het nieuwe ding een eind zou maken aan al onze problemen, een totaal onrealistische. Het nieuwe ding loste een specifiek probleem op in een specifieke context – en dan nog alleen als je de moeite nam om het te doorgronden. Maar juist dat laatste is waar het in de popcultuur aan schort.
Om een nieuwe techniek te doorgronden, moet je je eigen vooronderstellingen kritisch kunnen en durven bevragen. Want zo’n techniek kan zomaar van je verlangen op een heel andere manier over de zaken na te denken dan dat je gewoonlijk zou doen. – Is daar ruimte voor binnen een vluchtige popcultuur?
Boekenclub
Enkele maanden geleden ben ik een boekenclub begonnen (zie ook deze blog) – aanvankelijk met de mensen in mijn eigen team, de tweede iteratie breidde zich uit naar geïnteresseerden uit andere teams. We begonnen met Clean Craftsmanship van Robert “uncle Bob” Martin en lezen op het moment van schrijven Code That Fits in Your Head van Mark Seemann.2
Ik ben geneigd te denken dat het een succes is. Sinds we ermee begonnen zijn, heb ik enkele van mijn collega’s hun meest vastgeroeste patronen in twijfel zien trekken. De stapjes die ze zetten zijn klein maar betekenisvol. Ze vragen zich af: moet ik het zo ontwikkelen? Wat als ik Martins of Seemanns advies opvolg? Levert dat op wat ze zeggen dat het oplevert?
Soms – vaak? – lukt het niet onmiddellijk om de lessen uit die boeken onmiddellijk in de praktijk te brengen. Dat hoeft niet te verbazen: als je het al jaren op de ene manier doet, en ineens besluit het op een andere manier te proberen, dan krijg je – nu, nu onmiddellijk – een stuk minder voor elkaar.
Hobbels
Om tot dieper inzicht te komen, is het belangrijk om die hobbels te nemen. Om niet af te haken, als iets niet onmiddellijk lukt. De ervaringen die we opdoen met het toepassen van de literatuur, bespreken we de keer erop. Veranderen is een iteratief proces: dingen uitproberen, falen, reflecteren, en opnieuw – met nieuw inzicht – uitproberen.
De voortgang is langzaam, stapsgewijs. Maar het doel van de boekenclub is niet om mensen in staat te stellen om zo snel mogelijk zoveel mogelijk waarde te laten leveren. Het doel is om ingesleten patronen te herkennen en uiteindelijk te doorbreken. Zodat men op de langere termijn in staat is om meer waarde te leveren dan nu.
Het doel is – misscihen – de oppervlakkige kennis die de popcultuur biedt, te vervangen door iets wat dieper graaft dan dat. Het middel is: lang genoeg bij ideeën stil blijven staan om tot kennis te komen die fundamenteler is dan het nieuwe ding lost al mijn problemen op!
-
Of, in mijn geval, Scrum + Azure DevOps. Maar het punt blijft hetzelfde. ↩︎
-
Op het moment van publiceren hebben we het boek net uitgelezen. Seemann maakt in het eerste hoofdstuk overigens dezelfde observatie over de popculturele status van het vakgebied. ↩︎