Tag functioneel programmeren

Ik loste het op met een monad

Een soort van monad. Denk ik.

Bind, Map en Match

Ik schrijf al twee jaar op dit blog over functioneel programmeren in C#, dus je zou denken dat ik de basis inmiddels wel een beetje zou moeten beheersen – en toch overkomt het me nog regelmatig dat ik uitroep: och, zit het zo! Zo had ik onlangs – na een hoop gepiel (en een beetje hulp van Scott Wlaschin) – een openbaring met betrekking tot de Map- en Bind-functies.

Wat zegt deze code?

De namen in onze code – van variabelen, velden, methoden, parameters – beschrijven wat de code doet. De naam van een class beschrijft haar wezen: integer, Url, ResourceHelper. Anders dan bij mensen gaat de existentie van code niet vooraf aan haar essentie. Code is bepaald, bepaald door haar functie. Wat die functie is, weet een goede programmeur in een naam te vangen.

Imperatieve Options?

Ik gebruik Options graag, ze voorkomen een hoop foutmeldingen. Maar, belangrijker nog, ze maken mijn code expressiever en eleganter. Of liever: ze hebben de potentie dat te doen. Laatst kwam ik tijdens een codereview een functie tegen, waarop mijn primaire reactie was: dit moet anders. – Maar waarom?

Immutability en het Single-Responsibility Principe

Het correct – en dus volledig – instantiëren van een object is één verantwoordelijkheid. Het geïnstantieerde object gebruiken is een andere. Wie beide met elkaar vermengt, schrijft onnodig complexe code. Dat is waarom we er naar moeten streven onze objecten nooit aan te willen passen.

Functioneel denken: een praktijkvoorbeeld

Onlangs hielp ik een collega een moeilijk volgbare berg code te reduceren tot enkele eenvoudig leesbare regels. Door onze oorspronkelijke, imperatieve redeneertrant van ons af te werpen, en deze te vervangen door een declaratieve stijl, reduceerden we het netelige origineel tot een elegante functionele oplossing. – Het was een schoolvoorbeeld van de kracht van functioneel denken.

Technieken vs trucjes

Een goede programmeur is een luie programmeur – dat is een bekende wijsheid in softwareontwikkelland. Want: een luie programmeur automatiseert oninteressante, repetitieve taken, en creëert op die manier de ruimte om zich bezig te houden met interessante, afwisselende taken. – Althans, dat is één opvatting van wat het betekent om een luie programmeur te zijn. Maar er zijn nog veel meer manieren om lui te zijn. Vandaag wil ik het hebben over zo’n andere manier. Vandaag wil ik het hebben over de wens, behoefte of neiging om een techniek te reduceren tot een trucje.

Blog #250!

Jeetje, ik blog alweer een tijdje! Er zijn 767 dagen voorbij gegaan sinds ik mijn honderdste blog schreef. Dus: feest! Vandaag blik ik terug op de laatste 150 blogs.

Hoe we onze Controllers dom houden

Onlangs schreef ik over Controllers en de manier waarop mijn team ervoor zorgde dat er zo min mogelijk logica in die dingen terechtkwam. Onze opzet had impact op de manier waarop we onze logica structureerden. Het betekende dat de methods in onze services exceptions op moesten gooien zodra deze van het succespad afwijkten. Je kunt zo je vraagtekens zetten bij deze oplossingsrichting – en dat deden we uiteindelijk ook.

Callback hell

In mijn werk als C#-ontwikkelaar maak ik veelvuldig gebruik van functionele programmeerconcepten. Als een functie me een object T teruggeeft of niet, dan codeer ik dat netjes in de signatuur van die functie door een Option<T> terug te geven. Dat dwingt de aanroepende partij om beide scenario’s expliciet af te handelen. Hartstikke handig! – Maar: niet zonder zijn eigen set problemen. Want wat gebeurt er als je meerdere functies achter elkaar aanroept die allemaal een Option<T> teruggeven? Dan komen we terecht in wat men callback hell noemt.