Hoe hersenwetenschap programmeurs kan helpen
Er is in de vakliteratuur over softwareontwikkeling geen gebrek aan gepeperde meningen over hoe goede code eruit dient te zien. Goede code is naar hun mening eenvoudig, bijvoorbeeld, of testbaar of uitbreidbaar. Je zou kunnen zeggen dat hun redenen erop geënt zijn software zo goed mogelijk te kunnen onderhouden. Wie dat zou moeten doen en hoe ze dat aan moeten pakken, daar zijn de meningen minder gepeperd over. Veel professionals lijken code te beschouwen als iets wat op zichzelf staat, zonder veel oog te hebben voor de programmeurs die dat onderhoud zouden moeten plegen. Dat geldt niet voor Felienne Hermans. In The Programmer’s Brain behandelt ze vragen als: wat gebeurt er in het brein als je code leest? Hoe leer je zo efficiënt mogelijk nieuwe programmeertalen en -concepten? En hoe kun je deze kennis inzetten om betere code te schrijven?